Begrippenlijst en rapportagedefinities

In dit overzicht wordt een toelichting gegeven bij de gebruikte (vak)termen uit dit jaarverslag. 
  
Aantal clusters met positief ‘operationeel verschil’: 
Definitie: Het operationeel verschil is gedefinieerd als het verschil op jaarbasis tussen de noodzakelijke totale productiebehoefte en de beschikbare zuiveringscapaciteit, uitgedrukt in procenten ten opzichte van de noodzakelijke totale productiebehoefte. 
  
De rapportage-eenheid is het aantal clusters. De berekening van de productiebehoefte en zuiveringscapaciteit wordt gebaseerd op miljoenen m3
  
Meetmethode: De indicator wordt als volgt berekend: 
1. De noodzakelijke totale productiebehoefte wordt berekend door de geprognotiseerde drinkwaterafgifte te vermeerderen met het distributieverlies. Dit getal wordt met 10 procent verhoogd in verband met onverwachte vraagontwikkeling*. De geprognotiseerde drinkwaterafgifte wordt per onderdeel berekend, namelijk de onderdelen grootzakelijk, klein zakelijk (inclusief agrarisch) en huishoudelijk. 
  
Na correctie voor engros leveringen (levering tussen waterbedrijven onderling) levert dit de noodzakelijke totale productiebehoefte op. 
  
2. De beschikbare zuiveringscapaciteit wordt bepaald door de bruto vergunningscapaciteit te corrigeren voor niet-inzetbare (kwalitatieve en kwantitatieve beperkingen), inzetbaar te maken beperkingen en de productieverliezen. 
  
Beschikbare zuiveringscapaciteit minus de maximale productiecapaciteit levert het operationeel verschil op. 
  
Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager Asset Management rapporteert over de voortgang en de resultaten en deze worden periodiek besproken met de directie. Het aantal clusters met positief ‘operationeel verschil’ dat in het jaarverslag wordt gerapporteerd, betreft de situatie per 1 januari 2022 en is dus gebaseerd op projecten die in het kalenderjaar 2021 gerealiseerd zijn. Oftewel als in een cluster een project gerealiseerd is in 2021, zorgt dit project ervoor dat het cluster qua operatoneel verschil in 2022 op orde komt. 
  
Aantal clusters met voldoende ‘totale reserves’: 
Definitie: De totale reserve is gedefinieerd als het verschil op jaarbasis tussen de maximale productiecapaciteit en de noodzakelijke productiebehoefte en is gelijk aan de som van het operationeel verschil en de niet-operationele reserve, uitgedrukt in procenten t.o.v. de noodzakelijke totale productiebehoefte. 
  
De niet-operationele reserve is gedefinieerd als het verschil op jaarbasis tussen de nominale vergunningscapaciteit en de noodzakelijke totale productiebehoefte, uitgedrukt in procenten ten opzichte van de noodzakelijke totale productiebehoefte. 
  
De rapportage eenheid is het aantal clusters. De berekening van de productiecapaciteit en productiebehoefte wordt gebaseerd op miljoenen m3
  
Meetmethode: De indicator wordt als volgt berekend: 
1. De noodzakelijke totale productiebehoefte wordt berekend door de geprognotiseerde drinkwaterafgifte te vermeerderen met het distributieverlies. Dit getal wordt met 10 procent verhoogd in verband met onverwachte vraagontwikkeling*. De geprognotiseerde drinkwaterafgifte wordt per onderdeel berekend, namelijk de onderdelen grootzakelijk, agrarisch en huishoudelijk. 
 
Na correctie voor engros leveringen (leveringen tussen waterbedrijven onderling) levert dit de noodzakelijke totale productiebehoefte op. 
 
2. De maximale productiecapaciteit wordt bepaald door de bruto vergunningscapaciteit te corrigeren voor niet-inzetbare (kwalitatieve en kwantitatieve beperkingen), en de productieverliezen.
 
De maximale productiecapaciteit minus de noodzakelijke totale productiebehoefte levert de totale reserve op.
 
Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager Asset Management rapporteert over de voortgang en de resultaten en deze worden periodiek besproken met de directie. Het aantal clusters met positief ‘operationeel verschil’ dat in het jaarverslag wordt gerapporteerd, betreft de situatie per 1 januari 2022 en is dus gebaseerd op projecten die in het kalenderjaar 2021 gerealiseerd zijn. Oftewel als in een cluster een project gerealiseerd is in 2021, zorgt dit project ervoor dat het cluster qua operatoneel verschil in 2022 op orde komt. 
  
* De onverwachte vraagontwikkeling is bedoeld om een onverwachte stijging van de vraag op te vangen. Deze kan zich voordoen ten gevolge van (A) langdurig verhoogde levering door extreem weer; (B) risico’s op afwijking in prognose en (C) risico’s op uitval van beschikbare zuiveringscapaciteit door calamiteiten. Deze 10 procent verhoging ligt in lijn met het reservebeleid en is in lijn met landelijke uitgangspunten (Vewin). 
 
 
Bij grootzakelijke klanten is de prognose bepaald op basis van de realisatie inclusief relevante individuele ontwikkelingen vanuit het team Relatiemanagement. 
  
Voor agrarische klanten is de prognose bepaald op basis van realisatie en geïndexeerde verwachtingen gebaseerd op uitkomsten van onderzoek naar de ontwikkeling in de melkveehouderij.
 

Voor huishoudelijke klanten is de prognose bepaald op basis van realisatie van het huishoudelijk verbruik inclusief ontwikkeling van de bevolkingsaantallen

Aantal gevaarlijke situaties gemeld
Het aantal gemelde incidenten omvat niet-voorziene, ongewilde en plotselinge gebeurtenissen of reeks van gebeurtenissen, die geleid heeft of had kunnen leiden tot letsel of ziekte van medewerkers en/of schade aan (verlies van) materiaal/materieel of reputatie.

Aantal meldingen ILT
Het aantal beïnvloedbare meldingen (meldingen die voorkomen hadden kunnen worden) aan Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) met overschrijdingen van de waterkwaliteit per jaar
 
Aantal ontwikkelingen voortkomend uit het innovatieproces geïmplementeerd binnen de bedrijfsvoering:
Definitie: Aantal ontwikkelingen voortkomend uit het bedrijfsbrede innovatieproces welke gereed zijn voor implementatie binnen de bedrijfsvoering van Vitens ten behoeve aantoonbare impact te realiseren. Innovatie binnen Vitens richt zich in het heden op de vragen van morgen. Met onze innovatiekracht zetten we o.a. in op nieuwe (meet)technieken, andere wijzen van water winnen, de ontwikkeling van het (digitale) watersysteem en het verbeteren van onze operatie en klantcontacten en we creëren hiermee positieve impact en vergroten we onze zichtbaarheid. 
  
De doelstelling is minimaal drie ontwikkelingen voortkomend uit het innovatieproces te implementeren binnen de bedrijfsvoering. 
  
Meetmethode: De KPI 'Aantal ontwikkelingen voortkomend uit het innovatieproces geïmplementeerd binnen de bedrijfsvoering' rapporteert het aantal projecten dat uiteindelijk is goedgekeurd door de innovatiecommissie voor verder gebruik in de business. 
  
Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager van Business Development rapporteert per kwartaal over het aantal innovatieontwikkelingen in de afdelingsrapportage. 
  
Afsluiter: punt in hoofdleiding of transportleiding waarmee gedeelten van de leiding drukloos kunnen worden gemaakt ten behoeve van monitoren of reparatiewerkzaamheden. Monitoren is het inspecteren van de binnenkant van de leidingen op ijzer- en mangaanafzetting. Hiertoe worden kleine stukjes leiding gespuid en wordt het water gecontroleerd. Indien er ernstige afzetting wordt geconstateerd, dan zal men de leiding spuien. 
  
Afsluiterbeleid: beleid op basis van afweging tussen prestaties, kosten en risico’s waarmee bepaald wordt wat per afsluiter het meest optimale onderhoudsplan is (frequentie en jaar van onderhoud per afsluiter). 
  
CO2: koolstofdioxide. Dit komt voornamelijk vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals aardgas en steenkool, en draagt bij aan de versterking van het broeikaseffect. We rapporteren conform de Praktijkcode Code Drinkwater (PDC-11) 'Berekening CO2-voetafdruk drinkwaterbedrijven' van KWR dat mede is opgesteld op basis van het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) voor rapportage-emissies. 

CO2-uitstoot: 
Definitie: de hoeveelheid uitgestoten broeikasgasemissies veroorzaakt door de bedrijfsvoering van Vitens.
 
Meetmethode: CO2-uitstoot Vitens (in kton CO2eq) = de som van de uitgestoten broeikasgassen door Vitens in het rapportagejaar. Vitens onderhoudt een procesbeschrijving voor het opstellen van de KPI CO2-uitstoot Vitens met daarin een beschrijving waarin dePDC-11 methode specifiek wordt gehanteerd door Vitens.
  
Broeikasgasemissies worden voor het rapportagejaar vastgesteld op basis van de activiteiten van Vitens in dat jaar met emissies in scope 1, 2 en 3. De activiteitendata (bijv. kWh verbruikte stroom) worden vermenigvuldigd met emissiefactoren (bijvoorbeeld kg CO2eq/kWh). De uitstoten ten gevolge van de activiteiten in scope 1, 2 en 3 worden uitgedrukt in een massa CO2-equivalenten (CO2eq) en gesommeerd tot een totaal voor Vitens. Deze methode is generiek voor Nederlandse drinkwaterbedrijven beschreven in de Praktijkcode Code Drinkwater (PDC-11) 'Berekening CO2-voetafdruk drinkwaterbedrijven' van KWR. De emissiefactoren zijn te vinden op co2emissiefactoren.nl.
 
Vitens kiest ervoor om de bruto CO2eq-uitstoot te rapporteren: compensatiemaatregelen ten behoeve van uitstootreductie (zoals aangekochte Certificaten voor Garantie Van Oorsprong) worden niet meegerekend. 

Daarnaast hanteert Vitens, in aanvulling op de PCD11, de hoge emissiefactor voor methaan[1] (34 kg CO2eq/kg CH4 in plaats van 28 kg CO2eq/kg CH4), ten behoeve van continuïteit in de methode en in lijn met het belang van methaan in het behalen van de klimaatdoelen op kortere termijn. 

Over 2022 is het voornemen om de impact van de uitgestoten broeikasgassen te valoriseren volgens de methode van Impact Meten en tot “netto nul” terug te brengen. Dit gebeurt door het aankopen van de hoeveelheid Garanties Van Oorsprong certificaten (“groene stroom” certificaten) die qua impact correspondeert met de totale impact van de uitgestoten broeikasgassen. Voor de aanschaf van de GVO’s loopt momenteel een Europese aanbesteding die op moment van schrijven nog niet was afgerond. Nota bene: deze aanpak resulteert niet in klimaatneutraliteit (i.e. compensatie op basis van massa uitstoot; 1 ton uitstoot compenseren met 1 ton VER), maar vertaalt gerealiseerde uitstoot en compensatie zodanig dat de impact netto nul is.

[1] Dit betreft het aardopwarmingvermogen van methaan (Global Warming Potential, GWP100) wat aangeeft hoeveel sterker methaan is als broeikasgas (ten opzichte van CO2). De keuze voor 34 in plaats van 28 kg CO2eq/kgCH4 is binnen de PCD11(2022) toegestaan als add-on.

Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager Asset Management rapporteert jaarlijks over de CO2-emissies in de afdelingsrapportage.
 
Commissie van Aandeelhouders: deze commissie heeft een adviesfunctie voor de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, de directie en de Raad van Commissarissen (RvC).
 
Corporate governance: de verhoudingen tussen directie, Raad van Commissarissen (RvC) en de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Uitgangspunten van corporate governance zijn goed ondernemerschap (integer en transparant handelen door het bestuur) en goed toezicht hierop (inclusief de verantwoording daarover).
 
Digitalisering en dataveiligheid: cybersecurity betreft de beveiliging van elektronische gegevens, systemen, netwerken, computers, mobiele apparaten en servers van Vitens. Om over het risico van schadelijke aanvallen te rapporteren en te sturen heeft Vitens twee KPI’s, te weten ICT Prio 1 calamiteiten en Prio1 Cybersecurity calamiteiten.

Definitie Prio1 calamiteiten: een verstoring die betrekking heeft op een bedrijfskritische applicatie of op de daaronder liggende generieke infrastructuur (KA, netwerk, databasecluster, storage). Deze prioriteit wordt gegeven als de storing de uitvoering van het primaire bedrijfsproces (productie & distributie, facturering, klanten en laboratorium) blokkeert, in principe bij meer dan 50 gebruikers.

Meetmethode: Het aantal prio 1 calamiteiten dat vastgelegd is in JIRA (werkbeheertool). 

Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager ICT rapporteert per kwartaal over het aantal Prio 1 calamiteiten in de afdelingsrapportage. 

Definitie Prio 1 Cybersecurity-calamiteiten: Een (cybersecurity) beveiligingsincident is een enkele of serie van ongewenste moedwillige, wederrechtelijke en/of kwaadwillende gebeurtenissen welke een (mogelijke) negatieve impact hebben op de organisatie, de bedrijfsprocessen, de objecten, middelen of medewerkers die een bedreiging vormen t.a.v. de beschikbaarheid, integriteit of vertrouwelijkheid van informatie of systemen of geleverde diensten en drinkwatervoorziening. Doelstelling voor het aantal Prio 1 incidenten met betrekking tot cybersecurity per kalender jaar is nul. 
  
Meetmethode: Het aantal prio 1 Cybersecurity-incidenten dat vastgelegd is in JIRA (werkbeheertool). 
  
Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager ICT rapporteert per kwartaal over het aantal prio 1 Cybersecurity-incidenten in de afdelingsrapportage.  

Datagestuurde organisatie: organisatie die gestuurd wordt door bedrijfskritische data, voor ondersteuning bij snelle en intelligente besluitvorming. 
  
(Drinkwater-/grondwater)bronnen: grondwatervoorraden die worden gebruikt voor drinkwaterwinning. 
  
Duurzaam opgewekte energie: duurzaam opgewekte energie in GWh/j (wind, zon, biomassa, waterkracht, methaanafvang). Onder duurzaam wordt verstaan: hernieuwbare energie zoals omschreven als Renewable Energy in GRI-302 en energie die wordt opgewekt door de verwerking van restproducten ten einde een lagere CO2-eq-uitstoot te bewerkstelligen (met name van toepassing voor methaanverwerking). 
  
Filtratie: zuivering van water. Voorbeeld is zandfiltratie: zuivering van water wordt verkregen door het ‘poreuze’ karakter van een zandlaag waarmee in water aanwezige deeltjes worden afgevangen. 
  
Global Reporting Initiative (GRI): mondiale organisatie voor richtlijnen met betrekking tot duurzaamheidsverslaggeving. 
  
Innovatie: innovatie is bij Vitens gewaardeerd als belangrijk middel om onze doelstellingen te realiseren en risico’s te verlagen. Hiervoor heeft Vitens een proces opgericht waar nieuwe innovatieve projecten worden bedacht, geanalyseerd, uitgeprobeerd door een pilot en goedgekeurd voor bedrijfsuitvoering door een innovatiecommissie. 
  
Intelligente watervoorziening: de uitrusting van een waterleidingnet met sensoren, zodat kwalitatieve en kwantitatieve gegevens over de watervoorziening online verzameld kunnen worden. 
  
Lekverliezen: verlies van drinkwater dat ontstaat door het niet functioneren van leidingen en productiebedrijven (technisch) of door fouten in de registratie van het waterverbruik (administratief). 
  
Lost Time Injury Frequency (LTIF): aantal ongevallen van Vitens-medewerkers met meer dan één dag verzuim maal een miljoen, gedeeld door het aantal gewerkte uren. 
  
m³: een kubieke meter (duizend liter) water. Het gemiddeld waterverbruik voor de modelklant (het aantal personen in een gemiddeld huishouden) is 110 kubieke meter per jaar. 
  
Materiaalstromen: materialen die nodig zijn voor onze processen en de restproducten die hieruit voortvloeien. 
  
Materialiteit: de mate waarin belanghebbenden een onderwerp of thema relevant vinden. 

Medewerkersbestand: Gegevensverzameling van medewerkers die in dienst zijn van Vitens en tijdelijke medewerkers op basis van een uitzend- of detacheringsovereenkomst (inhuur) of uitbesteed werk.

Gegevens worden vastgelegd in SAP.  Elke nieuwe medewerker, intern of inhuur, wordt aangemeld door een (team)manager. Data wordt vastgelegd in SAP en beoordeeld door de medewerker van afdeling HR. In SAP worden verschillende gegevens ingevoerd zoals persoonsgegevens en gegevens arbeidsovereenkomst: geslacht, geboortedatum, type contract bepaald/onbepaalde tijd, gegevens externe organisatie etc.

De interne medewerkers, met uitzondering van de directie, vallen onder de collectieve arbeidsovereenkomst. De arbeidsvoorwaarden voor de directie worden vastgesteld door de Remuneratie- en Benoemingscommissie (RBC) en volgen het bezoldigingsbeleid.

Voor het inhuren van tijdelijk personeel zijn inhuurraamovereenkomsten afgesloten door verschillende afdelingen.

Methaanverbranding: energie die vrijkomt door verbranding van methaan, een kleurloos, ontvlambaar gas. 
  
Niet In Rekening Gebracht (NIRG): water dat wel gedistribueerd is, maar niet is afgerekend met een eindgebruiker, bijvoorbeeld door een leidingbreuk. Dit noemen we ook wel economisch lekverlies. 
  
Ondermaatse leveringsminuten (OLM): 
Definitie: het gemiddeld aantal minuten dat een inwoner uit ons voorzieningsgebied het afgelopen jaar geen water geleverd krijgt. 
  
Meetmethode: De berekening van de OLM is als volgt: 
  
 • Van elke onderbreking wordt het aantal onderbrekingsminuten vastgesteld door de duur van de onderbreking te vermenigvuldigen met het aantal getroffen verbruiksadressen. 
  
 • De OLM is dan de som van al deze onderbrekingsminuten gedeeld door het totaal aantal verbruiksadressen in het voorzieningsgebied. 
  
 • In de maandelijkse rapportages wordt dit getal nog geëxtrapoleerd naar een geheel jaar door het te delen door het aantal dagen in de rapportageperiode en vervolgens te vermenigvuldigen met 365,25. 
  
Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager Asset Management rapporteert maandelijks over de OLM in de (concernbrede) managementrapportage. Een keer per kwartaal worden de uitkomsten besproken in het kwartaalgesprek met de Directie. Deze uitkomsten worden als input meegenomen in het investeringsplan, opdat het aantal storingen en onderbrekingen afneemt. 
  
Ontharding: het tijdens de zuivering gedeeltelijk verwijderen van kalk die van nature in het water zit. 
  
Ruwwaterkwaliteit: kwaliteit van water voordat het gebruikt of behandeld wordt. 
  
SAP-transformatie: nieuwe SAP-systemen (SAP S/4HANA) die helpen bij de realisatie van de Vitens-strategie door direct bij te dragen aan de strategische doelen 24/7 betrouwbaar en betaalbaar drinkwater, Sterk in je werk en Meer gemak voor de klant. Het programma heeft een positief effect op de meeste strategische bedrijfsrisico’s. Doelen zijn onder andere het ondersteunen van efficiënte bedrijfsprocessen, het bieden van integrale informatie over assets en onze klanten, realtime inzicht en response en een moderne gebruikerservaring. 
  
Service Tevredenheids Index (STI): het gewogen gemiddelde van de klanttevredenheid over de dienstverlening van Vitens, gemeten onder Vitens-klanten die een klantreis hebben doorlopen. In totaal zijn er negen klantreizen. 
  
Solvabiliteit: 
Definitie: De solvabiliteit geeft de mate aan waarin Vitens in staat is om aan de verplichtingen (schulden) te voldoen. 
  
Meetmethode: De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen exclusief achtergestelde leningen te delen door het balanstotaal en de uitkomst uit te drukken in een percentage. Het percentage wordt per einde maand vastgesteld cumulatief over de verslagperiode per jaar. De solvabiliteit is de belangrijkste graadmeter voor de continuïteit van de organisatie. De solvabiliteit geeft op de balans de verhouding weer van het eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen. Doelstelling is minimaal 30 procent en volgens de continuïteitsdoelstellingen in het financieel beleid streeft Vitens naar een solvabiliteit van minimaal 35 procent.
 
Verantwoordelijkheden en rapportage: De solvabiliteit wordt maandelijks gerapporteerd door afdeling Finance & Control in de managementrapportage en wordt per kwartaal besproken met de Directie. De Directie rapporteert aan de RvC en Auditcommissie, waaruit waar nodig actie volgt. 
  
Stakeholders: individuen en groepen die op een of andere wijze een belang hebben bij Vitens, zoals medewerkers, aandeelhouders, klanten, financiers, leveranciers en overheden. 
  
Storing: het tijdelijk niet functioneren van de drinkwatervoorziening als gevolg van een defect aan het leidingnet, productiebedrijf of procesautomatisering. 
  
Verontreinigingsindex bronnen: 
Definitie: Index die de kwaliteit van onze bronnen meet om zo inzichtelijk te maken hoe Vitens haar bronnen beter kan beschermen. De KPI Verontreinigingsindex bronnen wordt gebruikt voor de communicatie met stakeholders over verontreinigingen die de kwaliteit van onze bronnen bedreigen, en voor het bepalen van het handelingsperspectief van Vitens. 
  
Om inzicht te genereren in de kwaliteit van onze bronnen, deze te duiden en een beeld te krijgen bij de ruimte voor beïnvloeding, wordt de werkelijke ruwwaterkwaliteit vergeleken met de door ons gewenste ruwwaterkwaliteit (bronwaarden). Op die manier ontstaat een beeld van waar aandachtspunten (overschrijdingen t.o.v. bronwaarden) aanwezig zijn. 
  
De wens was om alle aandachtspunten om te zetten tot één indicatiecijfer (een index), vergelijkbaar van jaar tot jaar, met de mogelijkheid tot verdiepende analyses. Dit geïnspireerd op de zuiveringsopgave-index van RIWA. De zuiveringsopgave-index heeft als uitgangspunt dat het water bij een innamepunt zover gezuiverd moet worden, dat alle stoffen voldoen aan hun norm in het Nederlandse Drinkwaterbesluit. Hoe meer stoffen die norm overschrijden, hoe groter de zuiveringsopgave, en hoe hoger de index van RIWA. 
  
Meetmethode: 
Op basis van de volgende drie inputs wordt de verontreinigingsindex bronnen berekend: 
  
Input 1) De eerste input is een lijst met vastgestelde bronwaarden. Toelichting: Voor elke stof die een waterbron kan verontreinigen (bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen of medicijnresten) en waarvoor aan de bron (voor zuivering) maatregelen kunnen worden genomen om verontreiniging tegen te gaan, zijn zogenoemde bronwaarden vastgesteld. Een bronwaarde is een doelstelling/streefwaarde van Vitens voor de aanwezigheid van een bepaalde stof. Per stof zijn steeds twee bronwaarden vastgesteld: één voor de relatief korte (2030) en één voor de lange termijn (2050). Zie de vastgestelde lijst met bronwaarden. 
  
Input 2) De tweede input is een vastgestelde lijst met winningen en ruwwatermonsterpunten die ten grondslag liggen aan de KPI. Toelichting: daarmee is vastgesteld op basis van welke ruwwatermonsterpunten per winning input 3 wordt gecreëerd en de verontreinigingsindex bronnen berekend wordt (waarvan het gemiddelde leidt tot de Vitens-brede verontreinigingsindex). 
  
Input 3) De laatste input zijn de kwaliteitsdataruwwater van de afgelopen drie jaar, gemeten via de ruwwatermonsterpunten zoals beschreven bij input 2 en vastgelegd in Lims. Toelichting: Kwaliteitsdata van het ruwwater worden verkregen d.m.v. bemonstering en analyse met een minimale frequentie van 1 x per jaar. Via het jaarlijkse Meetprogramma Waterkwaliteit wordt die bemonstering aangestuurd. 
  
De berekening gebeurt analoog aan de zuiveringsopgave-index van RIWA. De gemeten kwaliteitsdataruwwater per winning wordt afgezet tegen de bronwaarden. Voor elke stof wordt zo bepaald of de gemeten waarde (o.b.v. maxwaarde over drie jaar) voldoet aan de bronwaarde of niet (overschrijding). Deze resultaten worden per stof vertaald naar een schaal van 0 t/m 100, waarbij 0 betekent dat er geen overschrijding is (voldoet aan bronwaarde) en 100 de hoogste mate van overschrijding betreft. De scores van alle stoffen worden bij elkaar opgeteld en vormen de verontreinigingsindices voor de winningen. 
  
Om de Vitens verontreinigingsindex bronnen te berekenen, wordt de gemiddelde verontreinigingsindex van alle winningen berekend: één voor de korte en één voor de lange termijn. 
  
Toekomstige correcties van het laboratorium m.b.t. vals positieven worden niet meegenomen in de aanpassing van de verontreinigingsindex voor vergelijkende cijfers in de toekomst. 
  
Verantwoordelijkheden en rapportage: 
Voor de KPI en totstandkoming daarvan is de manager Asset Management eindverantwoordelijk. De specialist hydrologie is gedelegeerd verantwoordelijk voor de totstandkoming van de KPI. 
  
Waterkwaliteitsindex (WKI): 
Definitie: Deze index laat zien in welke mate het drinkwater voldoet aan de wettelijke normen zoals bepaald in het Drinkwaterbesluit. 
  
Meetmethode: De WKI bestaat uit gezondheidsparameters (acuut en niet-acuut), bedrijfstechnische parameters en klantgerichte parameters. De WKI wordt berekend op basis van het prestatieprotocol 2019. Voor de berekening wordt het Excel-bestand van de benchmark gebruikt (onderzoek tussen waterbedrijven om de prestaties met elkaar te vergelijken). De geaggregeerde WKI volgt uit een berekening op basis van wegingsfactoren voor zowel de normbepaling als de werkelijkheid. De wegingsfactoren zijn als volgt bepaald: gezondheidskundig parameters acuut vier keer, gezondheidskundig parameters niet-acuut twee keer, bedrijfstechnische parameters één keer en klantgerichte parameters drie keer. 
  
De index wordt uitgedrukt per afgeleverd m3 drinkwater en is een dimensieloos getal (DLG). 
  
Verantwoordelijkheden en rapportage: De WKI wordt per kwartaal gerapporteerd door afdeling Winning & Zuivering in de managementrapportage ‘Waterkwaliteit’ en in de concernbrede managementrapportage en besproken met de Directie. 
  
Waterwingebieden: gebieden waaruit actief (oever) grondwater wordt gewonnen voor de productie van drinkwater. Basis voor het aantal wingebieden vormt een geodatabase (vigerende gebieden provincie), in beheer bij afdeling Asset Management, waarbij de volgende kenmerken gelden:

  • Vitens is rechthebbende;

  • Het gebied is opgenomen in de winvergunning;

  • Er zijn winmiddelen (winputten) in het waterwingebied aanwezig;

  • Het waterwingebied heeft de status ‘niet vervallen’.

(Water)winput: een put waardoor (oever) grondwater met behulp van een pomp aan de bodem onttrokken wordt.
 
Watertransitie: de overgang naar een situatie waarin we het watersysteem structureel anders beheren dan nu het geval is. De watertransitie is een radicale omslag dus, waarbij de focus ligt op het duurzaam en circulair omgaan met zoetwater. 
  
Winningen: gebieden waaruit grondwater wordt gewonnen voor de productie van drinkwater. Zie ook de definitie van waterwingebieden. 

Aantrekkelijk en goed werkgeverschap:
Definitie: Een aantrekkelijke en goede werkgever biedt werknemers een veilige werkomgeving waarin vitaliteit, werkgeluk en ontwikkeling centraal staan voor nu en in de toekomst

Meetmethode: Het (goed en aantrekkelijk) werkgeverschap wordt twee keer per jaar gemeten in een betrokkenheidsmonitor. De beoordeling valt tussen 1 en 10. De beoordeling wordt berekend door het gemiddelde te nemen van de antwoorden op vragen die betrekking hebben op de betrokkenheid van medewerkers.

Verantwoordelijkheden en rapportage: De manager HR rapporteert (minimaal) een keer per jaar over de betrokkenheid van medewerkers.


Ziekteverzuim: 
Definitie: Het ziekteverzuim geeft aan welk deel van de werktijd in een bepaalde aaneengesloten periode verloren is gegaan wegens ongeschiktheid om te werken als gevolg van ziekte. Het geeft een aanwijzing van de omvang van het ziekteverzuim in relatie tot de arbeidscapaciteit. 
  
Meetmethode: Het verzuim uitgedrukt in percentage wordt berekend door het product van de ziektedagen in de periode en het arbeidsongeschiktheids-percentage te delen door het aantal dagen in de periode (12-maands inclusief langdurige ziekten/exclusief zwangerschap). Berekening is conform de standaard berekening van het Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden (NIA) in het SAP-systeem ingebouwd. 
  
Verantwoordelijkheden en rapportage: Het ziekteverzuimpercentage wordt maandelijks gerapporteerd door de afdeling Human Resources in de managementrapportage en wordt per kwartaal besproken met de Directie.