Doelen en resultaten - natuurlijke omgeving

Vitens zet zich in om water duurzaam te winnen, met respect voor het watersysteem en in balans met de omgeving. Dat heeft niet alleen voordelen voor de natuur, maar ook voor ons: hoe schoner de omgeving, hoe minder wij het water hoeven te zuiveren en hoe meer bronnen beschikbaar zijn.

De waarde voor onze natuurlijke omgeving creëren we door:

  • In te spelen op uitdagingen als waterschaarste als gevolg van klimaatverandering.

  • Onze grondwaterbronnen zo goed mogelijk te beschermen.

  • Onze uitstoot van broeikasgassen zo veel mogelijk te beperken.

  • Actief natuurbeheer en stimulering van ecologie.

Waterschaarste als gevolg van klimaatverandering maakt het uitdagender om te voldoen aan de groeiende vraag naar drinkwater, met minimale impact op de natuur. Met uitbreiding van onze productiecapaciteit daar waar de impact op natuur het kleinst is, vergunningstrajecten en betere prognoses sturen we hierop. We voeren maatregelen door om onze uitstoot van broeikasgassen zo veel mogelijk te beperken, en waar mogelijk eigen duurzame energie op te wekken. En misschien wel de belangrijkste bijdrage aan een positieve impact op natuur leveren we door actief natuurbeheer in wingebieden (ruim 2.600 hectare) en het stimuleren van de ecologie.

Bijdrage aan SDG’s
Als het gaat om het creëren van waarde voor de natuurlijke omgeving, dragen we bij aan Sustainable Development Goal (SDG) 6: schoon water en sanitair, 9: industrie, innovatie en infrastructuur, 12: verantwoorde consumptie en productie en 13: klimaatactie.

Materiële thema’s

Impact op natuurlijke omgeving

 
  • Waterschaarste

  • Klimaat impact

  • Bescherming waterbronnen

  • Bijdrage aan (het tegengaan van) klimaatverandering

  • Het tegengaan van lucht-, water- en bodemverontreiniging

  • Landgebruik

  • Uitputting fossiele brandstoffen

  • Materiaalgebruik

  • Schaars watergebruik

  • Natuurwaarde

 

Stakeholders

  
  • Klanten

  • (lokale) Overheden

  • Agrarische sector

  • Andere belanghebbenden in ruimtelijke ordening en de maatschappij

  
  • 1 *Vitens compenseert in 2022 emissies tot een niveau gelijk aan de negatieve maatschappelijke impact. Voor de aanschaf van de GVO’s loopt momenteel een Europese aanbesteding die op moment van schrijven nog niet was afgerond. Daarom ontbreekt de positieve impact in deze berekening.  

Waterschaarste als gevolg van klimaatverandering

Ons drinkwateraanbod willen we zo veel mogelijk laten aansluiten op de vraag. Dit noemen we ook wel behoeftedekking. Daarnaast worden we door de impact die we hebben op de omgeving op sommige plekken beperkt bij het onttrekken van grondwater. Hierdoor kunnen we onze vergunningen niet overal optimaal benutten of uitbreiden. We streven naar het minimaliseren van onze impact op de omgeving om zo tot volledig duurzame waterwinningen te komen. 

Resultaten 2022

Ons voorzieningsgebied bestaat uit tien clusters. Een cluster is een verzameling productielocaties die een afgebakend gebied van drinkwater voorzien. Om te bepalen of een cluster voldoet aan de behoeftedekking kijken we naar het operationeel verschil en de totale reserves.

  1. Een positief operationeel verschil
    Elk jaar maken we een prognose van de watervraag. Omdat de daadwerkelijke vraag hoger kan uitvallen, bijvoorbeeld door een hete zomer, willen we in elk cluster 10 procent extra productiecapaciteit beschikbaar hebben. Deze extra capaciteit noemen we het operationeel verschil.

  2. Voldoende totale reserves
    De totale reserve is de ruimte om binnen vijf tot tien jaar te kunnen inspelen op een stijging in de watervraag. Hiervoor hebben we vergunningen nodig die we kunnen operationaliseren indien noodzakelijk. Ons doel is om hiervoor 10 procent extra vergunningsruimte beschikbaar te hebben boven op de huidige vergunningen.

Sturen op het behalen van doelstellingen 
Om onze reserves op orde te brengen of houden voeren we projecten uit, die we onderscheiden in:

  • Projecten waarbij we binnen de bestaande vergunningen extra productiecapaciteit realiseren, de bouw van een nieuwe of uitbreiding van bestaande productielocatie.

  • Projecten waarbij we onze productie- of distributieverliezen kleiner maken.

  • Projecten waarmee we nieuwe vergunningen realiseren of bestuurlijke beperkingen op een bepaalde vergunning wegnemen.

Voor zowel het operationeel verschil als de totale reserves voldeden in 2022 twee van de tien clusters aan de doelstelling. Dit is gelijk aan het aantal clusters dat in 2021 voldeed.

De voornaamste reden van het gelijk blijven op twee clusters is dat de watervraag in sommige clusters omhoog is gegaan. Gerealiseerde projecten hebben wel bijgedragen aan de opgave, maar dat heeft nog niet geleid tot een hoger aantal clusters waar we de doelstelling behalen. Zo hebben diverse geplande projecten waarmee we extra vergunningsruimte realiseren vertraging opgelopen.

Betere sturing op projecten
Een belangrijke ontwikkeling binnen dit thema is het automatiseren van het behoeftedekkingsoverzicht in SAP. Hierdoor zijn de aannames en data die we gebruiken minder foutgevoelig en kunnen we accuratere prognoses maken.

Daarnaast kunnen we in SAP onze behoeftedekking koppelen aan de projectontwikkeling en vergunningstrajecten. Hierdoor kunnen we beter sturen op onze projecten en beter inschatten welke clusters de komende jaren de doelstelling halen.

Uitdagingen en ambities 
We willen zo spoedig mogelijk alle tien de clusters laten voldoen aan de doelstelling voor operationeel verschil en totale reserves. Omdat de projecten die bijdragen aan deze doelstellingen een lange doorlooptijd hebben, is de verwachting dat we deze doelstelling tussen 2030 en 2035 zullen bereiken.  Er is steeds meer onzekerheid in prognoses door weersextremen enerzijds en besparingsdoelen anderzijds. Daarom maken we prognoses in scenario's en acteren tijdig indien nodig (adaptieve strategie). 

Ook na deze periode zal het belangrijk zijn om deze KPI’s te monitoren, met name in het kader van een veranderende drinkwatervraag. Maar ook omdat we in het kader van onze strategische doelstellingen niet-duurzame winningen gaan vervangen door duurzame alternatieven. 

Factoren die de komende jaren van invloed zijn op het behalen van de doelen zijn de gevolgen van de stikstofuitspraak, samenwerking met de omgeving en de verduurzamingsopgave. In onderstaand overzicht een doorkijk van onze verwachting op basis van de nu beschikbare informatie:  

Aantal clusters met positief ‘operationeel verschil’  
Doel 2022:
Resultaat: 2 (2021:2) 

Conclusie: doel niet behaald  

Aantal clusters met voldoende ‘totale reserves’
Doel 2022: 4
Resultaat: 2 (2021: 2)

Conclusie: doel niet behaald

Bescherming waterbronnen

De kwaliteit van onze bronnen is de thermometer voor de algemene milieukwaliteit. Dankzij onze intensieve monitoring en analysemethoden hebben we nauwkeurig in beeld welke stoffen en microverontreinigingen zich in de ondergrond en het grondwater bevinden. Deze kennis is essentieel voor het nemen van maatregelen om de water- en bodemkwaliteit te verbeteren. Daar profiteren niet alleen wij als drinkwaterbedrijf van, maar ook de gehele natuurlijke omgeving. Daarnaast voeren we actief natuurbeheer in deze gebieden, gericht op het ontwikkelen van de natuur en het vergroten van de biodiversiteit, in de grond en ook erboven.

Verontreinigingsindex 
De kwaliteit van onze bronnen meten we af aan de hand van onze verontreinigingsindex (VI). De verontreinigingsindex laat zien hoeveel van welke stoffen in het gewonnen water voorkomen. Hierbij zijn de stoffen in vier groepen verdeeld: 

  • Algemene stoffen (nitraat, sulfaat, hardheid) 

  • Bestrijdingsmiddelen 

  • Geneesmiddelen 

  • Industriële stoffen

Voor elke stof wordt bepaald of de gemeten waarde voldoet aan de streefwaarde voor de korte termijn (2030, VI-KT) en lange termijn (2050, VI-LT). Voor de korte termijn sluiten we aan bij de normen uit het Drinkwaterbesluit, plus een strengere waarde voor de groep Zeer Zorgwekkende Stoffen. Voor de lange termijn verzwaren we de streefwaarde met factor tien. Dit doen we omdat we streven naar een schone bron.

In 2022 is het analysepakket uitgebreid met stoffen uit de PFAS groep. Daaruit blijkt dat PFAS in veel winningen in zeer lage concentraties aanwezig is. Op 10 locaties overschrijden deze de bronwaarden en dragen zo bij aan de VI. De overheid werkt aan aanscherping van de drinkwaternormen, waardoor de bijdrage van PFAS in de VI in de toekomst waarschijnlijk veel groter is.

Voor 2022 leverde dat de volgende resultaten op:

  • VI-KT is licht verslechterd van 90 naar 95.

  • VI-LT is licht verbeterd van 407 naar 399.

Aantonen van lange termijntrends
Het is belangrijk om te benadrukken dat we de verontreinigingsindex niet zien als KPI met een harde doelstelling. Een snelle verbetering van de waterkwaliteit is gezien de lange duur van de effecten van maatregelen immers niet te verwachten. De KPI is vooral bedoeld om trends op lange termijn te tonen.

Communicatie met stakeholders
We gebruiken de index onder meer als tool voor gesprekken met onze stakeholders. Met de VI kunnen we laten zien waar en in welke concentratie verontreinigingen voorkomen. Op basis hiervan kunnen overheden of andere stakeholders de benodigde maatregelen nemen, zoals een verbod op het gebruik van bepaalde bestrijdingsmiddelen in onze grondwaterbeschermingsgebieden. Zo is het middel bentazon nu niet langer toegestaan in grondwaterbeschermingsgebieden.

Verontreinigingen per provincie
Het afgelopen jaar hebben we aan de hand van de VI per provincie inzichtelijk gemaakt welke verontreinigingen zich in onze wingebieden bevinden. Deze informatie willen we matchen met de provinciale milieuprogramma’s.

Uitdagingen en ambities
De komende jaren zetten we ons in om de kwaliteit van onze grondwaterbronnen verder inzichtelijk te maken. Dat doen we aan de hand van onder meer:

  • Scherper sturen op waterkwaliteit
    We willen nog scherper sturen op de waterkwaliteit in onze eigen bedrijfsvoering. Hierbij zoomen we in op relevante stofgroepen, zoals restanten van bestrijdingsmiddelen, nitraat, vluchtige koolwaterstoffen (VOCL) en PFAS. We doen dit door op basis van nieuwe inzichten voorbereid te zijn op de toekomst.

  • Meetnet Early warning operationeel
    Vanaf 2023 is het Early warning meetnet operationeel. Hiermee krijgen we inzicht in het ondiepe grondwater. Deze vroegsignalering is van belang om te weten welke stoffen afkomstig zijn van actuele emissies.

  • VI gebruiken voor streefstructuur
    Tot slot willen we de verontreinigingsindex gebruiken voor het inrichten van onze streefstructuur, onze waterwinning op de lange termijn. De index kunnen we bijvoorbeeld inzetten voor onze zoektocht naar nieuwe bronnen of het eventueel afstoten van bestaande bronnen.

Klimaatimpact

Belang van verminderen CO₂-uitstoot
Uitstoot van broeikasgassen zoals CO₂ en methaan, draagt in belangrijke mate bij aan klimaatverandering. Bij activiteiten zoals het zuiveren en distribueren van drinkwater ontkomen we niet aan het uitstoten van broeikasgassen. Gezien onze zorgplicht voor het milieu en de maatschappij proberen we deze uitstoot zo veel mogelijk te beperken.

Onze ambities hierbij zijn gekoppeld aan de doelstellingen van het Nederlandse klimaatakkoord: een reductie van 49 procent in 2030 ten opzichte van 1990. In het geval van Vitens komt dat neer op een emissiedoelstelling van 100 kiloton CO₂-equivalent in 2030.

  • 1 * uitstoot komt afgerond in kiloton equivalent uit op nihil

Kijkend naar onze uitstoot, valt op dat bijna 2/3 van onze CO2-uitstoot is gerelateerd aan elektriciteitsverbruik om water te winnen, te zuiveren en te distribueren.

Daarnaast is circa 14 procent gerelateerd aan methaan, wat bij het oppompen van grondwater mee omhoog komt. Hier ligt het grootste potentieel voor Vitens om zelf onze uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. Op onze grootste productielocatie in Spannenburg vangen we dit methaan al af, en gebruiken het om duurzame energie mee op te wekken. Daarnaast doen we studies naar de afvang van methaan voor een aantal andere locaties. 

CO₂-uitstoot 2022
Het behalen van de emissiedoelstelling voor 2030 doen we stapsgewijs. Om te monitoren of we op schema liggen, kijken we per jaar welke uitstoot we zouden moeten behalen: de voorziene uitstoot van dat jaar. In 2022 is onze uitstoot uitgekomen op circa 141 kiloton CO₂-eq. Dat is lager dan onze uitstoot in 2021 (circa 148 kton CO₂-eq), en ook lager dan de doelstelling die we voor 2022 hadden gesteld (144,6 kton CO₂-eq). Hiermee is de doelstelling voor 2022 dus behaald. 

Beperkt resultaat uit eigen handelen 
Een grote kanttekening hierbij is echter dat een groot deel van de gerealiseerde emissiereductie direct gerelateerd is aan de verduurzaming van de Nederlandse energiemix (ons energieverbruik is nagenoeg gelijk, maar het wordt schoner opgewekt dus heeft dit een reductie in onze scope-2-emissies tot gevolg). Slechts een kleine deel van de emissiereductie is direct te relateren aan ons eigen handelen en een gevolg van enerzijds het doorvoeren van uitstootreducerende/energiebesparende maatregelen, en anderzijds de benodigde intensievere zuivering en meer moeten transporteren van water als gevolg van droogte.

Oorzaken achterblijven uitvoer maatregelen 
Dat onze eigen duurzaamheidsmaatregelen moeizaam van de grond komen, komt onder meer door: 

  • Lange doorlooptijd in besluitvorming door mogelijk conflicterende belangen in de ruimte.

  • Krapte in de uitvoeringscapaciteit en de daaruit voortvloeiende prioritering binnen de organisatie, waarbij het betrouwbaar produceren en leveren van voldoende drinkwater van hoge kwaliteit prioriteit heeft.
      

Resultaten gevolg van beslissingen verleden
Ook belangrijk om te noemen is dat de uitstoot van 2022 grotendeels het gevolg is van beslissingen van eerdere jaren. We kunnen onze uitstoot niet van de ene op de andere dag verminderen. Van de maatregelen die we dit jaar in gang gezet hebben, kunnen we pas over een paar jaar de effecten verwachten.

Uitdagingen en ambities 
Om de resterende reductie van 41 kton CO₂-eq de komende zeven jaar te realiseren, moet de jaarlijkse afname gemiddeld circa rond de 6 kiloton CO2eq liggen. Voor 2023 hebben we onze doelstelling vastgesteld op 5 kton CO₂-eq.

Grootschalige implementatie zonnepanelen en methaanreductie
Het verder realiseren van emissiereductie doen we onder meer door het naar de markt brengen van de grootschalige implementatie van zonnepanelen op de daken van onze gebouwen in 2023. Daarnaast zal de focus op methaanafvang en verwerking een belangrijke bijdrage leveren aan reductie van onze uitstoot op middellange termijn. Ten slotte zijn we bezig met een studie over de inzet van windenergie. 

Maakbaarheid onder druk
Tegelijk staat de maakbaarheid van onze reductieopgave onder druk. Dit is het gevolg van onder andere ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, beschikbaarheid van materialen en uitdagingen in ruimtelijke processen.
Doel: 144,6 kton CO₂-eq
Resultaat: 141 kton CO₂-eq (2021:148 kton CO₂-eq)

Conclusie: doel behaald (eigen bijdrage beperkt)

Circulariteit en Reststromen
We zetten in op het omzetten van afvalstromen naar reststromen door deze een nieuwe functie en daarmee waarde te geven. De belangrijkste reststromen uit ons productieproces zijn humuszuur, ijzerwater en kalkkorrels. Voor deze stromen is hergebruik inmiddels al ingericht, bijvoorbeeld als bestanddeel in bouwmaterialen (kalkkorrels in cement) of als bijvoeging in biovergistingsinstallaties (ijzerslib). Onze ambitie rijkt echter verder, naar toepassingen om deze stromen binnen onze eigen gebieden weer aan te wenden en de bodem te verrijken. Daarnaast willen we graag ook de overige afvalstromen hergebruiken (bijvoorbeeld uit onze projecten ten behoeve van productie- en transportcapaciteit). Hier speelt ons nieuwe MVOI-beleid een voorname rol (zie hieronder).

Maatschappelijk Verantwoord Opdrachtgeven en Inkopen beleid (MVOI)
Het afgelopen jaar hebben we het MVOI-beleid opgesteld. Dit beleid draagt bij aan deze ambitie door bij het opdrachtgeverschap de meest duurzame marktpartijen te selecteren, zowel op basis van hun eigen bedrijfsvoering, als in de uitvoering van de opdracht voor Vitens. Hiermee verduurzamen we onze ketensamenwerking en dragen de marktpartijen bij aan het behalen van de Vitens strategie ‘Elke Druppel Duurzaam’.

Klimaatadaptatie
Door in te zetten op een veerkrachtige infrastructuur, vanuit het gedachtegoed van de streefstructuur, zijn wij beter in staat aan te sluiten op klimaatveranderingen. Door klimaatverandering zien wij dat de impact van sommige kleine bestaande winningen steeds groter wordt. Daarom kijken wij of de huidige bestaande kleinere winningen ook op de lange termijn toekomstbestendig zijn.

Maatschappelijke impact op de natuurlijke omgeving
Vitens zet met haar strategie in op een positieve impact op mens en natuur. Daarom wordt op een groeiend aantal vlakken de impact berekend die Vitens heeft op de maatschappij. Zo ook op de natuurlijke omgeving: