Continuïteit

Kengetallen

Bedrijfsresultaat

Onze winst over 2019 bedroeg 11,1 miljoen euro en is ongeveer gelijk aan de winst van 2018 (€ 13,0 miljoen). De prijs voor een kuub (m³) drinkwater lag in 2019 op eenzelfde niveau als 2018, maar lager dan de jaren ervoor: 0,96 euro per m3 in 2018 en 2019 versus 1,04 euro in 2017 en 2016 (verklaring: zie Tarief).

Het waterverbruik over 2019 is licht gedaald ten opzichte van 2018: van 353,0 naar 350,5 miljoen m³. Toch was het waterverbruik als gevolg van de langdurige droogte tijdens de zomer hoger dan verwacht, vooral in de Achterhoek en Twente. Daardoor moest Vitens meer drinkwater produceren dan gebruikelijk.

Solvabiliteit

De solvabiliteit is een belangrijke graadmeter voor de continuïteit van de organisatie. De solvabiliteit geeft op de balans de verhouding weer van het eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen. Volgens de continuïteitsdoelstellingen in het financieel beleid streeft Vitens naar een solvabiliteit van minimaal 30 procent. In 2019 bedroeg onze solvabiliteit 29,2 procent (2018: 30,2 procent), waarmee we niet hebben voldaan aan de doelstelling. Dit betekent dat Vitens over het resultaat van 2019 in principe geen dividend zal uitkeren aan haar aandeelhouders.

Tarief

Als drinkwaterbedrijf streven we naar een betaalbaar drinkwatertarief voor onze klanten. Het drinkwatertarief in 2019 was net als in 2018 0,96 euro per m³. Dat is lager dan de jaren ervoor. Het tarief is gebaseerd op het vastrechttarief (tarief ongeacht verbruik) en het variabele tarief (tarief afhankelijk van gemiddeld gebruik huishouden). Bij een gemiddeld verbruik van 110 m³ bedroeg in 2019 het tarief per m³ 0,96 euro.

Het lage tarief in 2019 is het gevolg van de overwinstcompensatie uit 2017 en verlaging van het toegestane bedrijfsresultaat door de verlaging van de WACC. In de Drinkwaterwet is vastgelegd dat een drinkwaterbedrijf jaarlijks een maximaal percentage aan bedrijfsresultaat mag genereren. Dat percentage is afhankelijk van de vooraf vastgestelde gemiddelde kostenvoet (WACC), oftewel het gewogen rendement op het vreemd en eigen vermogen.

In 2018 en 2019 was de WACC door de minister bepaald op 3,4 procent (2016 en 2017: 4,2 procent), voor 2020 en 2021 op 2,75 procent. Wanneer het bedrijfsresultaat boven dat percentage uitkomt – zoals in 2016 en 2017 – berekenen we dat twee jaar later door in het drinkwatertarief. Aangezien we in 2018 en 2019 geen overwinst hebben gerealiseerd zal het drinkwatertarief in 2020 en 2021 naar verwachting stijgen. Dit hangt echter ook af van kostenontwikkelingen in 2020.

Investeringen

In 2019 hebben we voor in totaal 143,4 miljoen euro aan investeringen gerealiseerd. Dat bedrag ligt hoger dan vorig jaar en fors hoger dan de jaren ervoor (2018: 122,0 miljoen euro, 2016 en 2017: circa 100 miljoen euro). Onze investeringen zijn hoofzakelijk gericht op leveringszekerheid, zodat we onze klanten nu en in de toekomst voldoende en schoon drinkwater kunnen leveren.

Investeringen

De investeringen uit 2019 betroffen grotendeels investeringen voor uitbreiding en vervanging van onze infrastructuur. Zo hebben we vanwege een toenemende drinkwatervraag door economische ontwikkelingen en bevolkingsgroei geïnvesteerd in capaciteitsuitbreiding van ons waterleidingnet en leidingen vervangen. Daarnaast hebben we een aantal lopende projecten afgerond, zoals de zuiveringsinstallatie Goor en Herikerberg, de transportleiding tussen opjager De Pol en Lichtenvoorde en de nieuwe spoelwaterverwerking Amersfoortseweg. Ook hebben we saneringen en reconstructies van leidingen uitgevoerd en geïnvesteerd in procesautomatisering (End Of Life), veiligheid, cybersecurity en de SAP-transformatie.

* De verantwoorde investeringen in de jaarrekening onder de immateriële- en materiële vaste activa betreffen respectievelijk 100 miljoen euro (2017), 122,0 miljoen euro (2018) en 143,4 miljoen euro (2019). Het verschil tussen de totalen in bovenstaande afbeelding betreffen de 'Bijdragen reconstructies en hoofdleidingen' en 'Overige bijdragen'.

Nieuwe inzichten

Toenemende weersextremen dwingen ons de laatste jaren tot meer investeringen die zijn gericht op het veiligstellen van toekomstige grondwatervoorraden. De langdurige periodes van droogte in 2018 en 2019 hebben ons nieuwe inzichten gegeven in onze huidige productiecapaciteit en winvergunningen. De centrale vragen daarbij zijn of we voldoende drinkwater kunnen leveren tijdens langdurige droogte en piekmomenten en of we over voldoende reservecapaciteit beschikken.

Zoektocht aanvullende voorraden

Uit de verkenningsonderzoeken blijkt dat we in sommige deelgebieden momenteel over onvoldoende reserves beschikken om ook in de toekomst leveringszekerheid te garanderen. Daardoor zijn we genoodzaakt nog actiever te zoeken naar reserves. Enerzijds doen we dat door capaciteitsuitbreiding van bestaande winlocaties, anderzijds zoeken we in verschillende regio’s naar nieuwe wingebieden. Het traject om die te vinden, vergunningen aan te vragen en de productielocatie te bouwen neemt meerdere jaren in beslag.

Toekomstige investeringen

Het investeringsniveau zal de komende jaren verder toenemen. Het investeringsplan 2020-2029 geeft een structureel hoger investeringsniveau aan dan in voorgaande jaren. We verwachten dat het aantal saneringen en uitvoeringswerkzaamheden om de reserves tot het benodigde niveau op te bouwen zal toenemen. Hiermee voldoen we aan de toenemende drinkwatervraag en zorgen we voor voldoende reservecapaciteit. Daarnaast nemen de investeringen in de bedrijfsvoering toe voor de transitie naar een datagestuurde onderneming. Denk hierbij aan investeringen voor SAP-transformatie, cybersecurity en procesautomatisering.

Tot slot blijven we kritisch kijken naar ons niet in rekening gebrachte verbruik (NIRG), waterverliezen door bijvoorbeeld lekkages, het schoonmaken van leidingsegmenten (spuien) of verbruik van de brandweer. Momenteel wordt circa 6 procent van het totaal te bewerken drinkwater niet in rekening gebracht. Ons streven is om dat percentage omlaag te brengen.