Doelen en resultaten - natuurlijke omgeving

Kraanwater is een natuurproduct. Hoe schoner onze omgeving, hoe minder wij het water hoeven te zuiveren. Een schone omgeving zorgt voor schonere en meer beschikbare bronnen. De impact op onze omgeving neemt af wanneer wij minder water hoeven op te pompen. Daarom willen we water duurzaam winnen, met respect voor het watersysteem en in balans met de omgeving. Om onze klanten nu én later te voorzien van goed en genoeg drinkwater.

Stakeholders

Vitens zet zich in om water duurzaam te winnen, met respect voor het watersysteem en in balans met de omgeving van onze klanten, (lokale) overheden, de agrarische sector en andere belanghebbenden in ruimtelijke ordening en de maatschappij.

Bijdrage aan SDG’s

Impact

In onze strategie 'Elke Druppel Duurzaam in 2030' staat een positieve impact op mens en natuur centraal. In 2021 zijn we gestart met het meten van onze impact met een aantal indicatoren. Voor onze natuurlijke omgeving zijn we gestart met klimaatverandering, zowel de bijdrage als de beperking hiervan. Vitens heeft op nog veel meer manieren effect op onze natuurlijke omgeving. Het doel is deze steeds verder inzichtelijker te maken. Een overzicht van de effecten waar we naartoe werken is opgenomen in de sectie ‘verantwoording impactmeten’. Hier staan de criteria en ook de methodiek achter de impactberekening beschreven. 

  • * Omdat Vitens ook emissies van scope 2 en 3 compenseert is onze positieve impact op het klimaat groter dan de negatieve impact. Toch kiezen we er voorlopig voor om de positieve impact maximaal gelijk te stellen aan de negatieve impact. Dat doen we omdat impact meten binnen Vitens volop in ontwikkeling is en de gerapporteerde impacts nog niet een compleet beeld geven van alle positieve en negatieve impact die Vitens op het klimaat heeft.

Onze scope 1- en 2-emissies zijn te herleiden tot onze activiteiten en ons energiegebruik. In onderstaande tabel worden onze emissies per scope gespecificeerd.  Onze scope 3-emissies zijn indirecter. Dit zijn de emissies die uitgestoten worden in de rest van de drinkwaterketen. Die kunnen wij niet één-op-één reduceren, maar daar hebben wij wél een verantwoordelijkheid in. Zonder onze ketenpartners kunnen wij namelijk ook niet werken. Daarom worden ketenemissies in een impactmeting verdeeld over ketenpartners. Vitens krijgt een groot deel toegewezen van de emissies waar het veel invloed in heeft en een kleiner deel van de emissies die buiten ons om gebeuren.

Wij kiezen ervoor de emissies (scope 2 en 3) te compenseren die zijn toegewezen aan andere ketenpartners. Dit past binnen onze visie op een positieve impact op mens en natuur, maar daarmee zijn we nog niet klaar. We willen onze negatieve impact zo ver mogelijk reduceren en alleen datgene compenseren dat overblijft, zowel in onze eigen operaties als met onze ketenpartners.

CO2 Bruto Emissies volgens de Praktijkcode Code Drinkwater (PDC-11)*

    

Emissiebron

2020

2021

delta

(in kiloton CO2-equivalenten)

   
    

Scope 1

   

CO2 uitstoot als resultaat van waterwinning

9

9

 

CH4 uitstoot als resultaat van waterwinning

23

21

 

Gasverbruik gebouwen

1

1

 

Noodaggregaten

1

1

 

Lease- en dienstauto's

3

3

 

Methaan gasmotor (die gebruikt methaan dat los komt door het waterwinnen)

2

3

 

Totaal scope 1

39

38

-3%

    

Scope 2

   

Electriciteitsverbruik

94

92

 

Totaal Scope 2

94

92

-2%

    

Scope 3

   

Dienst vliegreizen**

0

0

 

Woon-/werkverkeer**

0

0

 

Chemicaliën

17

15

 

Transport derden

2

1

 

Inkoop drinkwater

1

1

 

Totaal Scope 3

20

18

-14%

    

Totaal emissies (bruto)

153

148

-4%

  • * De cijfers geven de bruto CO2 emissies weer in kiloton CO2 equivalent(en). CO2 compensatie is hier niet in meegenomen.
  • ** Uitstoot komt afgerond in kiloton equivalent uit op nihil. 

Materiële thema’s

  • Bescherming grondwaterbronnen

  • Grondwater en klimaatadaptatie

Bescherming grondwaterbronnen

Doelen en resultaten

Het beschermen van onze grondwaterbronnen is een belangrijke strategische pijler voor Vitens. Grondwater is immers onze primaire grondstof. We willen hier dus zo veel mogelijk controle over hebben. Het beschermen van grondwaterbronnen is tegelijkertijd complex. Grondwater stroomt diep in de grond van ver weg over honderden jaren langzaam onze drinkwaterbronnen in. Bovengronds vinden er tegelijkertijd allerlei activiteiten, zoals wonen, landbouw en industrie plaats die de kwaliteit van het grondwater beïnvloeden. Op deze activiteiten heeft Vitens weinig controle: het gaat immers over gronden waarover Vitens geen zeggenschap heeft. Daarom zetten wij in op initiatieven waarin wij samenwerken met onze stakeholders en partners in ons distributiegebied. Daarnaast is het van belang om de invloed van verontreiniging inzichtelijk en met meetbare indicatoren over het voetlicht te brengen. Op basis van dat inzicht kan tijdig tot gerichte actie worden besloten. Daarnaast zijn wij beter in staat om vanuit samenwerking de grondwaterbronnen beter te beschermen en verontreiniging terug te dringen.

Verontreinigingsindex

Vorig jaar heeft Vitens een nieuwe kritieke prestatie-indicator (KPI) ontwikkeld waarmee we scherper sturen op kwaliteit van de bronnen: de verontreinigingsindex. Deze KPI geeft een indicatie van de mate van verontreiniging van een waterbron door het verschil aan te geven tussen de huidige situatie en de streefwaarden. Hoe hoger de index, hoe hoger de verontreiniging.

De index laat zien hoeveel van welke stoffen in het gewonnen water voorkomen. Hierbij zijn de stoffen in vier groepen verdeeld:

  1. Macroparameters (nitraat, sulfaat, hardheid);

  2. Bestrijdingsmiddelen;

  3. Geneesmiddelen; en

  4. Industriële stoffen


Voor elke stof wordt bepaald of de gemeten waarde voldoet aan de streefwaarde voor de korte (2030) en lange (2050) termijn. Per winlocatie tellen we alle overschrijdingen op. Zo berekenen we twee verontreinigingsindices: een voor het meten van de korte termijnambitie (VI-KT) en een voor de lange termijn (VI-LT).

Verontreinigingen in grondwater worden door Vitens uit het water gezuiverd. Water uit de kraan is dus altijd veilig om te drinken, maar Vitens wil de waterbronnen zo schoon mogelijk houden. Wat er niet in komt, hoeft er ook niet uitgehaald te worden. Zuiveren van water is kostbaar en kost veel energie. Daarom gebruiken we de verontreinigingsindex om te praten met onze stakeholders en andere belanghebbenden (waterschappen, landbouw, natuur) over het schoon maken en houden van waterbronnen. Ook zetten wij de verontreinigingsindex in als basis voor bestuurlijke afspraken met overheden over grondwaterbescherming, via onder meer beleid, vergunningen en uitvoeringsprogramma's. 

Resultaat Verontreinigingsindex korte en lange termijn

Vorig jaar gebruikten we de Verontreinigingsindex voor het eerst. Het resultaat van 2020 is in dit jaarverslag herzien, omdat bij controles medio 2021 bleek dat sommige stoffen dubbel werden geteld in de berekening. Daarnaast bleek, na verslaggeving, dat vals-positieve laboratoriumdata was gecorrigeerd. Daardoor kwam de verontreinigingsindex te hoog uit. Na herberekening werd de VI-KT daardoor 78 in plaats van 81 en de VI-LT werd 377 in plaats van 405.

Doel voor dit jaar was geen stijging van de verontreinigingsgraad, het liefst een daling. Dit is niet gelukt, want de VI-KT kwam in 2021 uit op 90 (+15 procent) en de VI-LT op 407 (+8 procent). Dit betekent dat de verontreinigingsgraad is toegenomen, omdat implementatie van maatregelen tijd kost en ook de effecten in het grondwater langzaam doorwerken, is een daling van de index als gevolg van beleidsmaatregelen ook pas op lange termijn te verwachten. 

Aandachtspunten en ontwikkelingen

Wij hebben het afgelopen jaar onze Verontreinigingsindex toegelicht in overleggen met onze stakeholders, met name provincies. Ook hebben we een vergelijking gemaakt van prioriteiten in de provinciale Uitvoeringsprogramma’s en prioriteiten volgend uit de Verontreinigingsindex. Één van de conclusies is dat in Uitvoeringsprogramma’s voldoende aandacht is voor algemene maatregelen (ruimtelijk beleid, vergunningverlening en handhaving), maar dat er onvoldoende aandacht is voor bepaalde stoffen, bestrijdingsmiddelen, PFAS en complexvormers.

De ontwikkelingen rond BO Nitraat (bestuursovereenkomst Aanvullende aanpak nitraatuitspoeling uit agrarische bedrijfsvoering in specifieke grondwaterbeschermingsgebieden) lopen over het geheel genomen, wat Vitens betreft, te traag. Vele betrokken boeren die aan BO Nitraat uitvoering geven, maar de urgentie wordt nog onvoldoende gevoeld. Vitens zou meer snelheid willen maken met haar partners in het watersysteem en in de regio's. Samenwerkingen, zoals Boeren voor Drinkwater in Overijssel, Grondig Boeren met Water in Drenthe en Waterwijs Boeren in Gelderland zouden meer ruimte moeten krijgen om meer vanuit regionale samenwerking op te pakken.

Herkomst stoffen beter in beeld

Onze ambitie is om de herkomst van stoffen in onbewerkt opgepompt water beter in beeld te krijgen. De uitrol van early warning-systemen in intrekgebieden moet ons meer inzicht geven in de oorsprong van verontreinigingen. Ook gaan we gerichter onderzoek doen naar gebruik en verspreiding van stofgroepen waarvan de herkomst nu nog onduidelijk is. 

Aanpak verontreinigingen

Wij constateren dat de aanpak van verontreiniging van onze drinkwaterbronnen vraagt om een langdurige inzet waarbij niet direct resultaat meetbaar is, omdat de maatregelen niet direct invloed hebben op een direct waarneembare afname van de verontreiniging.

Wij zetten ons op verschillende manieren in om de verontreiniging in onze bronnen te verlagen. Zo stimuleren wij onder andere efficiënter gebruik van mineralen in de landbouw. Dit moet zorgen voor minder emissies naar grond- en oppervlaktewater, waardoor de hoeveelheid nitraat, sulfaat en de hardheid van ruwwater afnemen. Ook brengen we de aanwezigheid van herbiciden onder de aandacht bij overheden en gebruikers en stimuleren we chemievrije maisteelt.

Als het gaat om industriële stoffen gaan we meer focus leggen op sanering van bodemverontreinigingen en ook doen we gerichter onderzoek naar herkomst van stoffen als PFAS en ftalaten. Ftalaten worden gebruikt in onder meer kinderspeelgoed, zoals krijt of opblaasbaar speelgoed. Met waterschappen en omgevingsdiensten voeren we gesprekken over scherpere monitoring, vergunningverlening en handhaving.

Met de OpenBodemIndex (OBI) zet Vitens zich samen met andere partners in om verontreiniging van de grondwaterbronnen omlaag te brengen. De OBI is een gezamenlijk initiatief van Rabobank, a.s.r. en Vitens en is gericht op een onafhankelijke web-based meetmethode welke gebruikmaakt van alle beschikbare bodem- en gewasdata. Het geeft inzicht in het management van duurzaam bodembeheer door agrariërs. De gedachte achter de OBI is dat het een stimulans is in het terugdringen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Op de lange termijn heeft de OBI ook een positief effect op de kwaliteit van het grondwater en de verontreinigingsindex. In 2021 is de Stichting OBI opgericht om de OBI-web tool beschikbaar te stellen. Inmiddels zijn 200 agrariërs actief met de methodiek.

Waterschaarste en klimaatadaptatie

Doelen en resultaten

Als drinkwaterbedrijf hebben we de taak om te zorgen voor voldoende wincapaciteit in ons distributiegebied. In 2021 is nog duidelijker geworden dat de benodigde wincapaciteit ernstig onder druk staat op de lange, maar juist ook op de korte termijn. Hierdoor is het voor Vitens niet meer mogelijk om goed voorbereid te zijn op de toenemende drinkwatervraag door droge -en warme zomerperioden en de groeiende woningaantallen. Ook kunnen wij niet meer voldoen aan de toenemende economische groei en de vraag naar drinkwater van bedrijven in ons distributiegebied.

In de provincie Overijssel is de situatie in 2021 het meest urgent, maar ook in andere delen van ons gebied is de toenemende vraag naar drinkwater in relatie tot onze vergunningscapaciteit een grote uitdaging. Eind 2021 hebben wij in een brandbrief aan de provincie Overijssel de urgentie van dit vraagstuk over het voetlicht gebracht en gevraagd om oplossingen vanuit de wettelijke provinciale zorgplicht. In samenwerking met de Vewin werken wij aan landelijke beïnvloeding op dit thema en brengen we via de media dit thema bij het publiek onder de aandacht.

Voor de lange termijn willen wij samen met de provincie en andere partners de meest duurzame oplossingen (in winning, transport en gebruik) verder onderzoeken, uitwerken en implementeren. Vitens staat daarbij open voor alle vormen van waterwinning en investeert in nieuwe duurzame concepten zoals Panorama Waterland. Hierbij willen wij samen met andere gebruikers anders omgaan met het watersysteem. Het optimaliseren en verduurzamen van onze eigen infrastructuur is ook van belang. Om het waterverbruik naar beneden te brengen, vraagt Vitens aandacht voor waterbesparing bij zowel haar particuliere klanten als zakelijke klanten en werken wij aan pilots op het gebied van watervriendelijk bouwen.

Vitens wil graag aan de slag met de langetermijnoplossingen in samenwerking met alle partners. Daarnaast zijn oplossingen nodig op de korte termijn om de leveringszekerheid voor de komende jaren veilig te stellen. Vitens ziet dat door de verschillende belangen de rol van de provincie als winvergunningverlener, in deze opgave complex, is. Tegelijkertijd moeten wij constateren dat het tempo van vergunningverlening te laag ligt om te kunnen inspelen op het oplopende tekort aan reserves.

De benodigde maatregelen moeten dan ook zeer snel tot stand komen. Wij denken hierbij, bijvoorbeeld aan het bij besluitvorming door het bevoegd gezag voorrang geven aan het drinkwaterbelang boven andere belangen, versnelde (vergunning)procedures à la Crisis- en Herstelwet en pragmatische omgang met bestaande winvergunningen.

Om beter inzicht te krijgen in onze reserves en deze te rapporteren, werken we met twee KPI’s: ‘Operationeel Verschil’ en ‘Totale Reserve’. We hebben ons voorzieningsgebied opgedeeld in tien clusters (deelgebieden); per cluster sturen en rapporteren we op deze KPI’s. In onze projectenplanning werken we ernaartoe om in 2028 in alle clusters te voldoen aan deze KPI’s.

Operationeel verschil

Het operationeel verschil is het verschil op jaarbasis tussen de noodzakelijke totale productiebehoefte en de beschikbare zuiveringscapaciteit. In 2021 waren twee clusters met een positief operationeel verschil. Dit betekent dat er slechts twee clusters zijn met voldoende operationele reserve om te kunnen inspelen op onverwachte veranderingen in de watervraag.

Bij een negatief operationeel verschil is het nog steeds mogelijk om voldoende drinkwater te leveren in de acht clusters met een negatief operationeel verschil. Wij hanteren als standaard een operationele reservecapaciteit van 10 procent (sectorbreed beleid) om onverwachte vraagstijging op te vangen. Voor de drinkwaterlevering in de acht clusters met een negatief operationeel verschil voldoen wij aan de watervraag. Vitens is dan wel genoodzaakt gebruik te maken van de 10 procent reservecapaciteit.

Om in de andere acht clusters ook tot een positief operationeel verschil te komen, zijn projecten gepland om de productiecapaciteit in de clusters te verhogen. In 2021 is er in totaal 3,5 miljoen m3 productiecapaciteit bijgekomen. Daarmee is het gestelde doel van 5,3 miljoen m3 productiecapaciteit niet gehaald. Een belangrijke reden hiervoor is dat de doorlooptijd van enkele projecten langer is dan verwacht door een vertraging in vergunningstrajecten of bezwaren vanuit de omgeving.  Dit is zorgelijk aangezien een positief operationeel verschil noodzakelijk is voor de betrouwbaarheid van de directe drinkwatervraag van klanten in ons distributiegebied.

Totale Reserve

De totale reserve is het verschil tussen de maximale productiecapaciteit en de productiebehoefte. In 2021 waren twee clusters die voldeden aan ‘totale reserve op orde’.

De totale reserve bestaat uit operationele reservecapaciteit (productie) van 10 procent met daar bovenop nog eens 10 procent strategische reservecapaciteit (vergunningen). Dit is ook sectorbreed beleid. De 10 procent extra vergunningscapaciteit is de ruimte die nodig is om de operationele reserve binnen vijf jaar te kunnen aanvullen.

In 2021 kwam in totaal 3 miljoen m3 vergunningscapaciteit bij. Hiermee is het gestelde doel van 8,7 miljoen m3 per jaar niet gehaald. Dit is te weinig en verhoogt de opgave voor de komende jaren om extra vergunningscapaciteit te verkrijgen.

Met name door de stijgende vraag naar drinkwater is de urgentie, om aan de KPI’s ‘Operationeel Verschil’ en ‘Totale Reserve’ te voldoen, buitengewoon hoog . Vitens zoekt in het kader van de nieuwe strategie 'Elke druppel duurzaam' naar de meest duurzame winopties. Dit betekent dat enkele winningen vanwege hun effecten op de omgeving in de toekomst vervangen worden. Om onze ambitie waar te maken, is het daarom des te belangrijker om samen met stakeholders in de regio tot duurzame alternatieven te komen.  Daarom werken wij met stakeholders aan een uitgebalanceerde strategie voor zowel de korte als lange termijn.

Energie en klimaat

Doelen en resultaten
  • * Het resultaat 2020 is verlaagd van 154 kiloton naar 153 kiloton. Voor het bepalen van de CO2 uitstoot over 2021 hebben we de berekening van de methaanuitstoot bij Spannenburg verbeterd: aannames zijn vervangen door meetgegevens. Hierbij bleek de uitstoot in 2020 licht overschat.

Vitens zet zich in voor een zo duurzaam mogelijke bedrijfsvoering. Hiermee willen we bijdragen aan de doelen die zijn gesteld in het landelijke Klimaatakkoord om de opwarming van de aarde tegen te gaan.

Verlagen CO2-voetafdruk

Met onze activiteiten hebben we een CO2-voetafdruk. Bij drinkwaterproductie ontstaat vooral CO2-uitstoot door energieverbruik, ontgassing van het ruwwater en chemicaliënverbruik. Vitens wil haar bijdrage aan klimaatverandering verkleinen. Daarom zetten we steeds meer in op het verminderen van energieverbruik, het opwekken van hernieuwbare energie (voor eigen gebruik) en het afvangen van het methaan dat bij ons productieproces vrijkomt. Door dit methaan in te zetten als energie voor onze bedrijfsvoering reduceren we de uitstoot van broeikasgas verder.

In 2021 hebben we 148 kton CO2-bruto-equivalenten uitgestoten. Dat is een 4 procent daling ten opzichte van vorig jaar, die vrijwel geheel toe te schrijven is aan de afname van de hoeveelheid geleverd water.

Het grootste deel van onze uitstoot in 2021, 62 procent, valt onder ‘Energieverbruik via energieleveranciers’. 22 procent van de uitstoot was afkomstig van directe emissies uit grondwater (methaan en CO2) en 11 procent van verbruik van chemicaliën voor waterzuivering. De herkomst van de overige 5 procent van de uitstoot is een bonte verzameling, variërend van mobiliteit tot aangekocht ruwwater.

De gehele uitstoot van ons elektriciteitsverbruik hebben we vergroend via Garanties van Oorsprong. Onze overige uitstoot hebben we gecompenseerd middels Varified Emission Reduction-certificaten (VER’s). 

Verduurzaming eigen energieverbruik

In 2021 hebben we 171 gigawattuur energie verbruikt. Het overgrote deel daarvan is ingezet voor het oppompen van grondwater en de zuivering en distributie van het drinkwater. Op de locaties waar we energie verbruiken, willen we de komende jaren zelf meer energie opwekken. Dat doen we hoofdzakelijk met methaanverbranding en gedeeltelijk met zonnepanelen.

In 2021 hebben we 5,4 gigawattuur energie duurzaam opgewekt (het doel was 7,1 gigawattuur). Daarmee hebben we deze KPI dus, net als in 2020, niet gehaald. Belangrijkste oorzaak hiervoor was het achterblijven van plaatsing van zonnepanelen door capaciteitsgebrek, bouwkundige problemen en een vol netwerk.

CO2-beprijzing

In 2021 zijn we gestart met het meenemen van een CO2-prijs in financiële afwegingen. Om klimaatimpact een plek te geven in businesscases hebben we een prijs gekoppeld aan CO2-uitstoot: € 100 per ton CO2, in lijn met het advies van de werkgroep CO2-beprijzing van Blauwe Netten. Met deze CO2-beprijzing rekenen wij de klimaat-impact van investeringen mee. Voor impactmeting wordt een andere CO2-prijs gebruikt. Deze prijs representeert de maatschappelijke kosten van een ton CO2. Meer toelichting is terug te vinden in de sectie ‘verantwoording impactmeten’.

Duurzaam mobiliteits- en thuiswerkbeleid

Vitens heeft in 2021 een duurzaam mobiliteits- en thuiswerkbeleid ingevoerd waarbij we inzetten op een duurzame invulling van de mobiliteitsbehoefte van de Vitens-medewerkers. We gaan uit van het belonen van de duurzame vormen van vervoer, werken thuis als dit kan en hebben wij ongeveer 40% van de fossiel aangedreven auto`s in ons wagenpark vervangen door een elektrische variant. In 2021 is er een visie op het hybride werken opgesteld die zich richt op het post-coronatijdperk. Bij Vitens kenmerkt het hybride werken zich door een duurzame combinatie van thuiswerken, (samen)werken en ontmoeten op een Vitens kantoorlocatie. Wij ondersteunen medewerkers door het thuiswerkbeleid, dat bestaat uit een regeling met een thuiswerkvergoeding en een budget om een passende thuiswerkplek in te richten. In de kantoren zijn de vergaderfaciliteiten aangepast waardoor er meer mogelijkheden zijn voor het samenwerken op afstand en het digitaal ontmoeten. Medewerkers hoeven dan minder vervoerskilometers af te leggen.