Toelichting op de resultaten

Financieel Beleid

Het financieel beleid, goedgekeurd op de Aandeelhoudersvergadering van juni 2019, doet recht aan wet- en regelgeving (compliance), aan het belang van de klant en aandeelhouders en dient uitdagend, doch realistisch te zijn voor Vitens. Het belang van continuïteit staat in het financieel beleid bovenaan.

Continuïteit

De continuïteitsdoelstelling is als volgt geformuleerd: De solvabiliteit is vastgesteld op een eigen vermogen minimaal gelijk aan 35% van het balanstotaal. Daarnaast wil Vitens blijvend compliant zijn aan de gestelde financiële ratio’s zoals door kredietverstrekkers zijn opgelegd.

Tarieven

Vitens streeft naar betaalbare drinkwatertarieven, onder voorwaarde dat aan de continuïteitsdoelstelling wordt voldaan. Uitgangspunt hierbij is een bedrijfsresultaat (ebit) dat jaarlijks wordt begroot op het niveau van het vastgestelde maximaal toegestane WACC-percentage (Weighted Average Cost of Capital) minus de bepaalde afslag, die varieert tussen 0 - 0,5%. Voor 2021 is ingezet op de maximale WACC.

Dividend

Vitens wil haar aandeelhouders een redelijk rendement geven over het ingebrachte vermogen, met inachtneming van de volgende randvoorwaarden:

  • het dividend wordt gerelateerd aan het nettoresultaat;

  • het bedrag aan dividend dat wordt uitgekeerd, bedraagt maximaal 50% van het nettoresultaat. Randvoorwaardelijk hierbij is de continuïteitsdoelstelling. Bij een solvabiliteit < 30% wordt in beginsel geen dividend uitgekeerd;

  • jaarlijks wordt, binnen deze kaders, een dividendvoorstel ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van Commissarissen (RvC) en voor finale instemming aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Dit dividendvoorstel houdt rekening met de specifieke financiële omstandigheden van de onderneming.

Compliance

Binnen de drinkwatersector is de afgelopen jaren sprake geweest van een toenemende regulering, overeenkomstig maatschappelijke ontwikkelingen, op het gebied van transparantie. Transparantie gaat over openheid, verantwoording afleggen en toegankelijkheid.

In de Drinkwaterwet zijn belangrijke financiële kaders opgenomen voor tariefbeheersing en solvabiliteit. Zo is een maximum gesteld aan de vermogenskosten die door drinkwaterbedrijven aan de klant in rekening mogen worden gebracht (tariefbeheersing) en is een maximum gesteld aan het toegestane aandeel van het eigen vermogen in het totale vermogen (solvabiliteit). De minister stelt tweejaarlijks vóór 1 november beide financiële kaders vast voor de daaropvolgende twee kalenderjaren. De Drinkwaterwet is hierop in 2021 aangepast waarbij beide financiële kaders worden vastgesteld voor een periode van drie jaar. Voor 2020 en 2021 is de gewogen gemiddelde kostenvoet vastgesteld op 2,75% (2018 en 2019: 3,4%) en een maximale toegestane solvabiliteit van 70%. Over 2021 is de gerealiseerde gemiddelde kostenvoet voor Vitens lager uitgekomen dan de vastgestelde norm. De solvabiliteit is ultimo 2021 uitgekomen op 30,2% (2020: 29,4%).

Een ander aspect met betrekking tot tariefbeheersing betreft de transparantie van tarieven. In 2021 is door Vitens het bedrijfsverslag 2020 aangeleverd. In december 2021 heeft de minister aan de Tweede Kamer laten weten positief te oordelen over de totstandkoming van de drinkwatertarieven 2021 en de bedrijfsverslagen 2020.

Daarnaast is eind 2021 door Vitens de onderbouwing van de tarieven 2022 aan de toezichthouder Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en Autoriteit Consument en Markt (ACM) aangeleverd. De beoordeling van de totstandkoming van de drinkwatertarieven wordt uitgevoerd door het ILT.

De drinkwaterbedrijven zijn onder aanvoering van Vewin in 1997 gestart met een vrijwillige benchmark. Daarin vergelijken de drinkwaterbedrijven de onderlinge prestaties op het gebied van milieu, waterkwaliteit, dienstverlening en financiën. In de nieuwe Drinkwaterwet is deze vorm van prestatievergelijking eens in de drie jaar verplicht gesteld. In 2021 heeft de benchmark plaatsgevonden over het jaar 2020. Vitens is samen met Brabant Water het betaalbaarste drinkwaterbedrijf van Nederland
(€ 139 per aansluiting; sectorgemiddelde € 170). Wat betreft de operationele kosten heeft Vitens al jaren de laagste kosten in de drinkwatersector, dit was in 2020 € 78 per aansluiting (2019: € 76; sectorgemiddelde: € 105).

Tarieven

We maken ons hard om het drinkwater voor onze klanten niet duurder te maken dan strikt noodzakelijk. We zijn ervan overtuigd dat we kritisch kunnen en moeten blijven op onze operationele kosten in relatie tot de prestaties. De verhoging van onze investeringen (voor leveringszekerheid op de lange termijn) is terug te zien in een verhoging van de verwachte afschrijvingskosten en de operationele kosten. Op basis van het meerjarenplan 2022-2024 heeft Vitens haar verbruiks- en vastrechttarieven 2022 voor de consument verhoogd. Hierbij is uitgegaan van de maximale WACC van 2,95% voor 2022.

Investeringen

In 2021 is door Vitens voor [€ 177,1] miljoen aan investeringen gerealiseerd, exclusief bijdragen van derden (2020: € 157,6 miljoen). Ook dit jaar hebben de maatregelen en beperkingen met betrekking tot COVID-19 niet tot grote vertragingen in de voortgang van investeringsprojecten geleid. Alleen het verwisselen van watermeters is hierop een uitzondering. 'Werken achter de voordeur' was beperkt mogelijk. Dit heeft voor verwisselen van watermeters geleid tot een sterke reductie in gerealiseerde aantallen en bijgaande investeringen. De opgelopen achterstand zal in de komende jaren worden ingelopen.

Evenals in voorgaande jaren heeft Vitens in 2021 fors geïnvesteerd in de vervanging en uitbreiding van het waterleidingnet. In 2021 is voor ruim 255 kilometer aan hoofdleidingen gesaneerd en zijn veel nieuwe hoofd- en aansluitleidingen gerealiseerd. Daarnaast is het project Saneren Loden Leidingen in 2021 afgerond.

De investeringen in leidingen in kader van reconstructies (werkzaamheden geïnitieerd door gemeenten of andere derden), zijn in het afgelopen jaar opnieuw toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Daarnaast worden de combisaneringen, waarbij Vitens samen met netwerkbedrijven gelijktijdig gas- en drinkwaterleidingen vervangt, voortgezet.

We zien een toename in het realiseren van transportleidingen. Deze zijn nodig om de leveringszekerheid te borgen of om water optimaal te verdelen. Diverse transportleidingprojecten zijn in 2021 tot uitvoering gekomen en we verwachten dat deze in 2022 of 2023 worden opgeleverd.

Het afgelopen jaar zijn meerdere projecten in de winningen en zuiveringen afgerond. Zoals onder andere het nieuwe winveld in Espelo, de nieuwe reservoirs op de locaties Putten en Wageningse Berg en de aanpassing van de proces automatisering op verschillende productielocaties. In 2021 is daarnaast een start gemaakt met het versneld uitvoeren van projecten om de reserves aan te vullen. In deze projecten wordt parallel gewerkt aan de voorbereidingen van de nieuwbouw of uitbreiding van een productielocatie en aan het vergunningsproces. Dit is een bewuste keuze om de doorlooptijd te verkorten en daarmee sneller aan ons reservebeleid te gaan voldoen en om daarmee de leveringszekerheid veilig te stellen.

Voor 2022 verwacht Vitens een verdere groei van zowel de ondergrondse als bovengrondse investeringen. Zo zal de nieuwe productielocatie Sijmons naar verwachting in 2022 worden opgeleverd en werken we verder aan de grote projecten Noardburgum, Hammerflier en Fikkersdries. In 2022 blijft de implementatie van SAP het belangrijkste programma binnen het ICT-portfolio.

Treasury

Vitens heeft ultimo 2021 een leningenportefeuille (exclusief achtergestelde leningen) van € 995,4 miljoen (2020: € 951,7 miljoen). Bij de gewone bedrijfsuitoefening wordt gebruikgemaakt van renteswaps (financiële instrumenten) om renterisico’s door (grote) mutaties in de rente op de variabele leningenportefeuille te voorkomen. Deze instrumenten worden niet gebruikt voor speculatieve of handelsdoeleinden.

In 2021 heeft Vitens een bedrag van € 69,9 miljoen afgelost op bestaande leningen en is voor € 100 miljoen aan nieuwe leningen aangetrokken. Het negatieve saldo op de rekening-courant-positie is gestegen met € 9,3 miljoen naar € 41,3 miljoen (2020:€ 32,0 miljoen). Het totaal aan rentedragende verplichtingen (liquide middelen, achtergestelde geldleningen, uitstaande leningen en kortlopende rentedragende verplichtingen) is in 2021 gestegen met € 40,4 miljoen naar € 1.036,7 miljoen (2020:
€ 996,3 miljoen).