Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening

[16] Drinkwateromzet

Bovenstaande drinkwateromzet wordt gegenereerd in Nederland en is gerealiseerd vanuit 1 segment (het gehele voorzieningsgebied van Vitens). De jaarnota voor een gemiddelde klant (kleinverbruik) is in 2024 gestegen naar € 145,50 (exclusief belastingen) ten opzichte van 2023 (€ 128 exclusief belastingen). De bedragen zijn gebaseerd op een modelklant, die 100 m³ verbruikt. 

[17] Overige omzet

Onder de overige omzet worden opbrengsten verantwoord die niet direct gerelateerd zijn aan de kernactiviteiten. De overige omzet bestaat onder meer uit de volgende posten:

• Opbrengsten verhuizingen en incasso. Bij verhuizingen brengt Vitens een bedrag in rekening ter dekking van de administratieve werkzaamheden;

• Opbrengst brandkranen heeft betrekking op een eenmalige bijdrage en een jaarlijkse terugkerende onderhoudsvergoeding;

• Opbrengst werk voor derden betreft diverse activiteiten die Vitens verricht voor derden;

• Opbrengst huur en pacht heeft betrekking op huuropbrengsten van kantoorgebouwen en dienstwoningen (aanwezig op gronden waarop productielocaties zijn gevestigd of winning plaatsvindt). Daarnaast opbrengsten voor het verpachten van gronden;

• Meeliftvergoedingen betreffen vergoedingen van met name gemeenten voor het meeliften op de factuur van Vitens voor verontreiningingsheffingen/ingezetenenomslag en rioolheffingen;

• Opbrengsten analyses en advisering hebben betrekking op verrichte analyses vanuit het laboratorium van Vitens voor derden;

• Opbrengsten dienstverlening aan derden betreft verrichte front- en backofficewerkzaamheden voor een ander drinkwaterbedrijf en dienstverlening aan VEI B.V.;

• Amortisatie bijdragen van derden betreft klantbijdragen voor aanleg aansluitleidingen. De amortisatie van de egalisatierekening vindt plaats in 33^1/3 jaar;

• Opbrengsten huurvergoeding standpijpen betreft de verhuur van standpijpen aan derden;

• Opbrengsten reststoffen heeft betrekking op de verkoop van reststoffen welke ontstaan als gevolg van het waterzuiveringsproces;

• De activiteiten uit overige opbrengsten worden als opbrengst verantwoord voor zover levering van goederen en diensten heeft plaatsgevonden en zover de prestaties zijn geleverd. Van de overige opbrengsten heeft € 0,3 miljoen betrekking op subsidies.

Bedrijfskosten

[18] Kosten uitbesteed werk en inhuur personeel

Het totaal van het saldo kosten uitbesteed werk en inhuur personeel is hoger ten opzichte van voorgaand jaar. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door hogere uurtarieven van externen en indexaties van contractprijzen, onder andere van aannemers. Tot slot zijn de kosten hoger, omdat de uitvoering van het onderzoeksproject Living Lab Strategische Harten is geïntensiveerd in 2024. 

Onder de geactiveerde productie voor het eigen bedrijf worden de eigen bedrijfskosten opgenomen ten dienste van de vervaardiging van (im)materiële vaste activa welke betrekking hebben op infrastructurele werken (productiebedrijven en leidingwerk) van de onderneming. Over 2024 bedraagt dit € 17,1 miljoen (2023: € 20,2 miljoen). De daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een daling in het aantal bestede uren aan de SAP implementatie. 

[19] Overige kosten

Grond- en hulpstoffen zijn gestegen naar € 16,8 miljoen (2023: € 16,2 miljoen). Dit komt vooral door hogere kosten chemicaliën als gevolg van stijgende prijzen. 

De overige personeelskosten hebben voor een belangrijk deel betrekking op reis- en verblijfkosten en opleidingskosten. De stijging wordt voornamelijk veroorzaarkt door hogere opleidingskosten ten opzichte van 2023.

De waterinkopen zijn hoger ten opzichte van 2023, omdat vanaf 2024 is gestart met de inkoop van water bij Waterbedrijf Drenthe om te kunnen voldoen aan de vraag in ons distributiegebied. 

De energiekosten betreffen kosten voor elektriciteit, gas en overige brandstoffen. De kosten zijn significant lager door lagere energieprijzen ten opzichte van 2023. Vitens heeft als beleid de energietarieven in 3 jaren vast te zetten, zodat de tarieven bij de start van het nieuwe jaar vast staan.

De autokosten betreffen servicekosten voor het wagenpark, brandstof en overige autokosten en bedragen over 2024 € 6,1 miljoen (2023: € 4,8 miljoen).

De automatiseringskosten betreffen voornamelijk licentiekosten, onder andere met betrekking tot SAP. De kosten zijn hoger dan voorgaand jaar door inflatie. 

De facilitaire kosten hebben voor een belangrijk deel betrekking op huurkosten kantoorgebouwen en onderhoud van installaties, kantoorgebouwen en terreinen. De kosten voor onderhoud aan installaties, gebouwen en terreinen over 2024 bedragen € 22,7 miljoen (2023: € 18,6 miljoen). De overige kosten aan kantoorgebouwen en machines over 2024 bedragen € 4,3 miljoen (2023: € 3,3 miljoen).

De belastingen, uitkeringen en verzekeringen bestaan voornamelijk uit kosten droogteschades en belastingen en heffingen. De lichte daling wordt met name veroorzaakt door lagere kosten droogteschade als gevolg van de relatief natte zomerperiode. 

De overige kosten bestaan voornamelijk uit kosten met betrekking tot contributies en bijdragen en representatiekosten. 

Onder de geactiveerde productie voor het eigen bedrijf worden de eigen bedrijfskosten opgenomen ten dienste van de vervaardiging van (im)materiële vaste activa die betrekking hebben op infrastructurele werken (productiebedrijven en leidingwerk) van de onderneming. Dit betreft personeelsgerelateerde kosten, zoals salariskosten en inhuurkosten. Voorheen (2023 en eerder) werd ook een deel van de overige kosten in het uurtarief verwerkt, maar vanaf 2024 worden alleen employee benefits in het uurtarief verwerkt, waardoor de geactiveerde productie van de overige kosten € 0 miljoen is in 2024. 

[20] Personeelskosten

De personeelskosten zijn ten opzichte van 2023 gestegen, voornamelijk als gevolg van de CAO-stijging per 1 januari 2024. Daarnaast is gedurende het jaar het aantal FTE gegroeid, wat ook heeft gezorgd voor een stijging in personeelskosten.

Onder de geactiveerde productie voor het eigen bedrijf worden de eigen personeelskosten opgenomen ten dienste van de vervaardiging van (im)materiële vaste activa welke betrekking hebben op infrastructurele werken (productiebedrijven en leidingwerk) van de onderneming. Dit betreft voornamelijk directe personeelskosten en bedraagt over 2024 € 18,3 miljoen (2023: € 19,3 miljoen).

Het aantal FTE komt uit op 1.638 in 2024 (2023: 1.524), waarbij alle medewerkers van Vitens in Nederland werken. In 2024 was het gemiddeld aantal werknemers 1.699 (2023: 1.617).

[21] Afschrijvingen, reële-waardemutaties en bijzondere waardeverminderingen van (im)materiële vaste activa

De afschrijvingskosten zijn gestegen ten opzichte van 2023, vooral als gevolg van de stijging in het investeringsniveau. Daarnaast hebben twee grote incidentele afboekingen plaatsgevonden in 2024. 

[22] Financiële baten en lasten

[23] Aandeel in resultaat in geassocieerde deelnemingen en joint ventures

[24] Belastingen

Vitens is belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Activiteiten welke Vitens verricht vanuit de Drinkwaterwet, zoals het leveren van drinkwater, zijn vrijgesteld voor de vennootschapsbelasting.

De belasting over het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening bedraagt € 0,6 miljoen (2023: nihil). De aansluiting met het effectieve belastingtarief is als volgt:

De vennootschapsbelasting is berekend op basis van het geldende belastingtarief in Nederland (2024: 25,8%; 2023: 25,8%). De effectieve belastingdruk over het resultaat voor de vennootschapsbelasting bedraagt 1,7%.

Dividendbelasting

Over betaalde dividenduitkering wordt door Vitens dividendbelasting ingehouden en afgedragen.